Hier onder volgen de vertaalde brieven van de laatste pagina’s van “Alvin George Bader”

 

 

January 1, 1947

 

Dear Lorraine

Dank je voor je lange brief. Ik vind het verdrietig om te horen van Al's ongelukkige missie. Ik had al wel het nare gevoel, dat er iets met hem was gebeurd nadat ik al twee jaar niets van hem had gehoord.

Brickman en ik bezochten Al een paar dagen voor zijn laatste missie op zijn basis (bommenwerpers) op 31 oktober 1944 om hem succes te wensen en een goede vlucht. Wij waren klaar met onze missies en ging terug naar de Verenigde Staten.

Al hield veel van jou en Gary (Hij had zijn foto altijd bij zich). En hij vroeg me om je te schrijven en te vertellen over onze activiteiten in de 8" luchtmacht. Terwijl Brick en ik wachtten op ons schip om ons van Noord-Engeland naar de VS te brengen, spraken we enkele mannen van Al's Bomber Base (de 303 Bomber Group). Zij vertelden ons dat een van de "Y-mannen” en de hele bemanning niet waren teruggekeerd van een missie. Hij kon de naam niet geven, maar de beschrijving paste bij Al.

Brick zei me dat hij de naam zou proberen te achterhalen. En ook ik probeerde om de juiste feiten van mijn buitenlandse vrienden te krijgen.

Ik wist niet wat ik moest doen, omdat ik dacht dat het misschien om een persoonsverwisseling kon gaan en ik wilde je niet onnodig ongerust maken. Ik kreeg geen informatie uit Engeland, ongetwijfeld vanwege de censuur. En voor zover ik me kan herinneren, kon Brick me ook geen definitief nieuws geven. Ongeveer zes maanden geleden heb ik hem de laatste keer naar Al gevraagd, maar hij heeft mijn brief niet beantwoord. Ondertussen hoopte ik dat Al zelf naar de USA  zou terugkeren en me zou schrijven dat alles goed met hem was.

Al, Emile Backmann, Rudy Salus en ik waren de eerste vier mannen van de 8" luchtmacht die afstudeerden aan de RAF Counter-Intelligence School. Backman en ik werden geboren in Zwitserland en Salus in Oostenrijk. Om ons werk en onze identiteit geheim te houden, stonden wij bekend als "Y" mannen. Al en ik werden ingedeeld bij het 351 st Bomber Squadron, waar Brickmann zich later aan sloot.

Na mijn missies reisde ik als instructeur en troubleshooter naar de verschillende eenheden.

Al werd overgeplaatst naar de 303" Group om een ​​"Y"-eenheid op die basis te organiseren en de leiding te nemen. Backmann beëindigde zijn missies op een andere basis, maar Salus raakte zwaargewond door FLAK-vuur bij zijn 7"-missie en werd in het ziekenhuis opgenomen. Hij heeft zijn missies nooit kunnen afmaken.

Ik ken geen van de bemanningsleden die u in de brief noemde, hoewel ik op 4 oktober 1943 met vijf andere vervangende bemanningen (net aangekomen uit de Verenigde Staten) begon te vliegen bij de 303rd (Hell's Angels) Group als radio-operator en kanonnier. Toen wij onze zesde missie hadden volbracht, waren vier van de andere bemanningen al boven vijandelijk gebied neergeschoten. Een deel van de ene bemanning wist te ontsnappen met behulp van de ondergrondse in Frankrijk. De andere bemanning stortte in de Noordzee neer en verdronk. En ik heb nooit kunnen achterhalen wat er met de andere twee bemanningen is gebeurd.

Ik vind het fijn om te weten, dat je met zo'n fijne man bent getrouwd. Ik wens je kleine gezin alle geluk van de wereld.

Als je ooit naar het zuiden komt, zou ik jullie graag willen ontmoeten.

Met vriendelijke groet, ‘

Felix

 

 

HET VERHAAL VAN ALVIN G. BADER

door Vernetta R. Bader

 

Alvin G. Bader is de broer van mijn man. Hij zat bij de luchtmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Alvin was gestationeerd op de luchtmachtbasis Molesworth in Engeland. Zijn baan bij de luchtmacht was radio-operator op een B 17.

Omdat hij Duits sprak, kon hij luisteren naar de Duitse luchtmacht die bevelen uitzond, die hij kon interpreteren om daarna aanwijzingen door te geven aan de piloten van de Amerikaanse luchtmacht. Ook waren ze getraind om valse berichten te verspreiden om de Duitsers in verwarring te brengen.

De mannen die dit deden werden "Y" mannen genoemd. Het was een geheime organisatie en de vaste bemanningsleden van een vlucht kregen de opdracht geen vragen te stellen over het werk van de "Y"-mannen. Daarom wisten ze niet zo veel over deze mannen. Ze wisten zelfs niet eens waar ze vandaan kwamen.

Persoonlijk heb ik Alvin nooit ontmoet en ik heb altijd het gevoel gehad dat ik iets bijzonders miste. Ik merk aan de familie, dat Al een leuk, geliefd en gelukkig persoon was. Hij groeide op in New Leipzig in North Dakota. Al's ouders waren trouwe kerkleden van de Christus Congregational Church. Ze zorgden ervoor dat hij goed in hun geloof opgroeide. Deze kleine gemeente was lid van de Duitse Congregational Churches of America. Toen Al een kleine jongen was ging hij naar de zondagsschool en werd hij bevestigd in het christelijk geloof in de Christus Congregational Church.

Al ging van de eerste klas tot en met de middelbare school naar de openbare school in New Leipzig.

Op de middelbare school deed hij actief aan basketbal en ook speelde hij trompet in de schoolband. Zijn zus Gertie vertelt over Alvin die "Star of the East"  op trompet speelde in een Kerstprogramma en dat zijn zus Leona  hem begeleidde op de piano.

Al behaalde in 1939 zijn diploma van de middelbare school en ging hij naar de CCC. Dit stond bekend als de Civil Conservation Core. Hij woonde op dat moment in Miles City, Montana.

In Montana ontmoette hij een jonge dame met de naam Lorraine E. Oldham. Ze trouwden op 19 januari 1942.

In augustus 1942 werd Alvin opgeroepen voor militaire dienst. Hij koos ervoor om bij de luchtmacht te gaan.

Alvin en Lorraine kregen op 19 februari 1943 een zoontje en ze noemden hem Gary Alan Bader. Toen Gary werd geboren, was Al gestationeerd in Keams, Utah. Hij stuurde dit telegram naar Lorraine: "Hier afgelopen nacht gearriveerd. Communicatie gevoerd met Western Union. Status over de moederschapssituatie. Contact opnemen met het Rode Kruis is noodzakelijk. Bezorgde echtgenoot wil graag aanwezig zijn wanneer de gezegende gebeurtenis aankomt. Liefs, Al."

Ik weet niet of Al was aanwezig bij de geboorte van zijn zoon.

Volgens sommige kranten had Alvin net een opleiding gevolgd in het eerste en tweede echelon-vliegtuigonderhoud, zoals voorgeschreven voor het A20-vliegtuig, gegeven bij Douglas Aircraft Co. Inc. Santa Monica, Californië. Het certificaat was gedateerd op 8 februari 1943, elf dagen voordat Gary werd geboren. Al had eerder op 2 januari 1943 een opleiding in vliegtuigmechanica voltooid.

Alvin, Lorraine en Gary gingen in mei 1943 naar New Leipzig. Gary was toen ongeveer drie maanden oud. De familie heeft daar foto’s van die destijds zijn gemaakt. Ik heb begrepen, dat Alvin kort daarna naar het buitenland werd gestuurd. Hij was gestationeerd in Engeland en ging op bombardementsmissies boven Duitsland.

Tijdens zijn 25" bombardementsmissie werd het vliegtuig waarin hij zat, geraakt door vijandelijk vuur. Hun taak was om de olieraffinaderij in Sterkrade, nabij Oberhausen, te bombarderen.

Alvin vloog met de 303" Bomb Group, 359 Bomb Squadron. Ik heb begrepen dat Alvin op het laatste moment in dit vliegtuig is gezet.

Zoals ik al eerder zei, Al sprak Duits, dus hij was van waarde op deze vlucht omdat hij de berichten kon interpreteren die de Duitsers naar hun piloten stuurden.

Citaat uit een verhaal geschreven door Ivo M. de Jong uit Nederland:

"Er stond die dag iets speciaals in het verschiet voor de Davis-bemanning. Een tiende bemanningslid werd toegevoegd. Zijn naam was T/Sgt Alvin G. Bader en hij was een speciaal opgeleide radio-operator, bekend als "Y"-operator. Deze "Y" operators waren Duitstalige radio-operators, opgeleid om het radio-controlenetwerk van de Luftwaffe te bewaken. Sommigen waren ook getraind om valse berichten naar de Duitsers te zenden. Dit was allemaal erg geheim en de bemanningen die met de "Y-operators vlogen hadden heel weinig kennis van wat ze aan het doen waren en kregen de opdracht geen vragen te stellen. Na de debriefing van de missies werd de debriefing van de "Y"-operators apart van de rest van de bemanning gehouden. Administratief werden ze toegewezen aan het hoofdkwartier van de Bomb Group en meegestuurd om op gevechtsmissies te vliegen met de verschillende Bomb Squadrons. Helaas is er heel weinig bekend over T/Sgt Bader. We weten dat hij getrouwd was en in St. Paul, Minnesota woonde. Hij had tussen de twintig en vijfentwintig gevechtsmissies gevlogen vóór de missie van 2 november 1944

 

Op 16 november 1944 werd het volgende telegram naar Lorraine Bader gestuurd.

"DE SECRETARIS VAN OORLOG WENST DAT IK MET DIEPE SPIJT BETUIG U TE ZEGGEN DAT UW ECHTGENOOT TECHNISCHE SERGEANT ALVIN G. BADER SINDS TWEE NOVEMBER IN DUITSLAND IS VERMIST TIJDENS MISSIE IN ACTIE. ALS ER MEER INFORMATIE OF DETAILS WORDEN ONTVANGEN WORDT U DIRECT GEÏNFORMEERD.

DUNLOP, ADJUDANT ALGEMEEN

Dit was het eerste bericht dat de familie ontving.

 

Op 7 juli 1945 ontving Lorraine een tweede telegram waarin stond:

"HET DOET MIJ LEED DAT IK U MOET INFORMEREN DAT UW ECHTGENOOT TECHNISCH SERGEANT ALVIN G. BADER VAN WIE EERDER VERMIST IN ACTIE BEKEND WAS, WERD GEDOOD IN ACTIE OP TWEE NOVEMBER IN HOLLAND. DEZE INFORMATIE IS GEHAALD  UIT OFFICIELE DUITSE GEGEVENS. DE SECRETARIS VAN OORLOG VRAAGT MIJ OM ZIJN DIEP GEVOEL VAN MEDELEVEN AAN U DOOR TE GEVEN MET UW VERLIES EN ZIJN SPIJT DAT ONVERMIJDELIJKE OMSTANDIGHEDEN OORZAAK ZIJN DAT DIT BERICHT OVER UW ECHTGENOOT U ZO ONGEWOON LAAT BEREIKT.

PLV.DE ADJUTANT-GENERAAL VAN HET LEGER."

 

Op 15 juli 1945 hield de familie Bader een herdenkingsdienst in de Pilgrim Congregational Church in Billings, Montana. Het overlijdensbericht in de Billings Gazette luidde als volgt: BILLINGS SERGEANT STERFT IN ACTIE. Technisch sergeant Alvin G. Bader, eerder vermeld als vermist in actie in Duitsland, stierf 2 november 1944, toen zijn vliegtuig werd geraakt en bij zijn reddingsoperatie de parachute niet openging. Dit is het bericht dat zijn ouders, de heer en Mevrouw Jacob Bader, 1120 North Twenty-seven Street, de afgelopen maandag ontvingen. De informatie stond in een brief van de vrouw van de sergeant die in St. Paul (Minnesota) woont.

De navigator van het vliegtuig waarin sergeant Bader radio-operator was, meldde in een brief aan de vrouw van de sergeant dat het vliegtuig 10 mijl van de Amerikaanse linies was geraakt en dat de bemanning uit het toestel sprong. Toen negen van de bemanningsleden veilig landden, kwam een ​​Nederlands meisje aangelopen die hen vertelde, dat de tiende parachute, die van sergeant Bader, niet was geopend. De bemanning ging op zoek naar de sergeant, maar voordat ze hem konden vinden, kwamen de Duitsers, besloot de navigator.

Zijn vrouw ontving ook een telegram van het oorlogsdepartement waarin stond dat er officiële Duitse gegevens waren gevonden waarop sergeant Bader als dood was geregistreerd. De missie waarbij zijn toestel werd geraakt, was de vijfentwintigste voor sergeant Bader, die de luchtmedaille had gekregen en de eikenbladcluster behorende bij deze luchtmedaille.

Alvin Bader is geboren op 4 november 1921 in Heil, North Dakota. In 1939 studeerde hij af aan de middelbare school in New Leipzig, North Dakota. Hij kwam in 1941 in dienst vanuit Miles City, Montana.

Naast zijn vrouw en ouders blijven de volgende personen achter: Een tweejarige zoon, Gary, twee zussen, Leona Bader uit Seattle, Washington en Gertrude Bader, die nog thuis woont met ook zijn broer Theodore.

Na de dood van Alvin had de familie Bader weinig contact met Lorraine en met hun kleinzoon Gary.

Lorraine hertrouwde en het gezin verhuisde naar California en Lorraine probeerde de herinneringen aan Alvins vroege dood achter zich te laten. Ze heeft Gary nooit verteld dat hij een andere vader had dan zijn stiefvader. Gary dacht dat die zijn vader was en dat hij Gary Reinicke heette.

Toen Gary twaalf jaar oud was, zag hij een cheque op de eettafel liggen die op naam was gesteld van Gary Bader. Omdat hij een nieuwsgierige jongen was, vroeg hij aan zijn moeder: "Wie is Gary Bader?" Haar antwoord was: "Dat ben jij". Hij was er kapot van. Wie was zijn vader? Waarom was hem dat niet eerder verteld? En toen heeft Lorraine hem verteld over de jongeman die ten strijde trok en nooit meer naar huis terugkeerde.

Maar het verhaal heeft een vervolg: Ted, Alvins broer, had zich altijd afgevraagd wat er was gebeurd met het jongetje dat hij kende als Gary, Alvins zoon. Rond 1995 gingen Ted en ik naar New Leipzig, North Dakota, voor een reünie van alle scholen. Ted was gevraagd om te prediken op de zondag van de reünie. Terwijl wij er waren, hadden de klassen hun reünies in verschillende kamers op de middelbare school. Een van zijn neven rende naar de kamer van Teds klas om hem te vertellen dat iemand in zijn klas een boodschap voor hem had. Het was van de familie Iblings, die hun huis vijfentwintig jaar eerder had verkocht aan een jonge man genaamd Gary Reinecke. De Iblings woonden ergens in Louisiana en waren op weg naar New Leipzig toen ze in de buurt van Minneapolis besloten te stoppen om hun oude huis te bekijken dat ze aan Gary hadden verkocht. Toen ze voor het huis stonden, zagen ze Gary in zijn tuin werken. Dus stopten ze om even bij te praten.

Tijdens hun gesprek vertelden ze aan Gary dat ze op weg waren naar New Leipzig, North Dakota. Gary ging een stuk papier halen en schreef zijn naam en adres op:

Gary Reinecke (Bader), 7373 Knollwood Drive, Mounds View, Minnesota 55112, telefoon 612-784-0235. Bovendien zei hij dat zijn moeder Lorraine Oldham Bader was. Zijn vader was Alvin Bader die in de CCC in Miles City, Montana had gezeten. Er stonden ook enkele data op het vel papier, 1943, het jaar waarin Gary werd geboren en 1944 het jaar waarin Alvin werd neergeschoten. Zijn vraag aan de Iblings was: "Als er nog Baders in leven zijn in Nieuw Leipzig, geef ze dan dit vel papier". Dit lazen we op het papier dat op die middag in 1995 aan Ted werd gegeven.

Toen we thuiskwamen in Parkston, schreef Ted een brief aan zijn pas gevonden neefje waarin hij hem vertelde dat hij Theodore Bader was, de broer van Alvin Bader. Omdat Ted in september met pensioen ging als actieve predikant, vertelde hij Gary dat we graag naar Mounds View wilden gaan om hem en zijn familie te ontmoeten. Gary reageerde onmiddellijk met een brief waarin hij ons vertelde dat hij blij was om van Ted te horen en ons uitnodigde om hun gasten te zijn.

Dus besloten we dat we na zijn pensionering van Salem United Church of Christ een paar dagen zouden uittrekken om naar Minneapolis te rijden.

De laatste zondag van augustus had Ted ’s ochtends een doopdienst. Er zaten voor ons,  onbekende mensen in de kerk. Onze dochter, Carol, die naast mij in de kerk zat, vroeg: "Wie is dat stel dat voor ons zit?" Ik zei: "Ik weet het niet, misschien familie die de doop bijwoont". Terwijl we opstonden om de eerste hymne te zingen, zei ze: "Mam, hij huilt". Ik denk dat ik mijn schouders ophaalde, om aan te geven dat ik “het waarom” niet wist.

Na de dienst, toen we naar buiten werden liepen, zei ze opnieuw tegen me: "Papa moet wél weten wie hij is, want ze knuffelen". Toen we de vestibule bereikten, zei Ted tegen me: "Dat zijn Gary en Janet. Neem ze mee naar huis. Ik kom zo snel als ik kan."

We gingen naar ons huis voor een heel kort bezoek. Het kon niet langer, want Ted en ik waren uitgenodigd voor een etentje bij Dannie en Glenda Kurtz thuis om de doop van hun dochter Dana mee te vieren. En wat kun je elkaar dan in zo'n korte tijd vertellen?

Ik probeerde snel de familiealbums tevoorschijn te halen om Gary en Janet foto's van de familie Bader te laten zien. Sommige foto's hadden ze nog nooit gezien. Gary vertelde ons dat hij zelfs nog nooit de trouwfoto van zijn ouders had gezien. We beloofden kopieën te maken en die aan hem te sturen. Gary vertelde ons dat hij nooit had geweten, dat zijn vader een broer Theodore had of een zus, Gertrude. Hij had wel van Leona gehoord, misschien omdat die in California woonde. Het was nog maar een paar jaar geleden dat hij wist dat zijn vader was geboren in New Leipzig, North Dakota.

Ik bezocht Gertrude, de jongere zus van Alvin, en vroeg haar naar enkele van haar herinneringen aan Alvin.

De volgende informatie is van Alvins zus, Gertie:  

Ze vertelde me dat Alvin geboren was in Heil, North Dakota. Dr. Hamilton was de dokter die bij de geboorte van  Alvin aanwezig was. Er werden instrumenten gebruikt om te helpen bij de bevalling. Die informatie kwam ongetwijfeld van haar moeder.

Als zijn ouders uit gingen, was Alvin de oppas. Gertie zei niet hoe oud hij toen was. Maar zijn moeder en vader moeten hebben gedacht dat hij oud genoeg en verantwoordelijk genoeg was om voor zijn jongere broers en zussen te zorgen. Als hij de leiding had, maakte hij popcorn en fudge (toffees) als zijn ouders 's avonds vertrokken waren. Ook nodigde hij dan zijn vrienden uit voor een feestje. Enkele van zijn vrienden die dan kwamen, waren Edmund Enzi en Nonna Schultz.

Het huishouden van Bader was een plek waar mensen graag kwamen. Mam Bader was een geweldige kokkin. Ze begon al bijvoorbeeld al minstens drie weken voor Kerstmis met bakken. En hun bezoek verliet het huis van Bader nooit zonder een goede maaltijd. Papa Bader nodigde altijd mensen uit voor een etentje, vooral op zondag na de kerk.

Alvin speelde trompet in de schoolband op de middelbare school. Hij speelde ook piano en volgens zijn zus Gertie, was hij een uitstekende trompettist. Ze herinnert zich dat hij het stuk "Star of the East" speelde voor een kerstprogramma in de kerk. Zijn zus Leona begeleidde hem op de piano.

Gertie zei dat hij een heel slimme leerling was, maar zijn cijfers op school lieten niet zien wat hij echt kon. Hij was meer geïnteresseerd in zijn vrienden en zijn werken bij het tankstation.

Enkele van de activiteiten waaraan hij deelnam terwijl hij naar de middelbare school ging, waren; basketbal, glee club (zang), high schoolkoor, junior class play en de senior class play. Alvin was een vervanger op het Varsity basketball team. Toen hij afstudeerde aan de middelbare school was hij zeventien jaar oud.